Voorkom extra bijtelling voor vakantieauto
Gaat een werknemer op vakantie met een vervangende auto van de zaak, dan kan hij gebruikmaken van het formulier ‘Verklaring tijdelijk vervangend voertuig’. Zo voorkomt de werknemer dat hij te maken krijgt met een bijtelling voor het privégebruik van de zakelijke auto én voor de vervangende vakantieauto.
Als een werkgever aan zijn werknemer een auto van de zaak verstrekt, vindt er een fiscale bijtelling (tool) plaats voor het privégebruik van deze auto. Rijdt de werknemer per kalenderjaar minder dan 500 kilometer, dan mag de werkgever de bijtelling achterwege laten als de werknemer een rittenadministratie (tool) bijhoudt.
Voor vakantie grotere auto gebruiken
Rijdt de werknemer in een elektrische auto of in een te kleine auto, dan kan het voorkomen dat hij voor zijn vakantie deze auto wil vervangen door een grotere auto. Als de werkgever dan een andere auto ter beschikking stelt, vindt ook over die auto een (tijdelijke) bijtelling plaats. Deze dubbele bijtelling kan de werknemer voorkomen door het formulier ‘Verklaring tijdelijk vervangend voertuig’ in te vullen en de papieren en sleutels van de zakelijke auto bij de werkgever in te leveren. Let op, rijdt de werknemer met de zakelijke auto minder dan 500 kilometer privé, maar met de vervangende vakantieauto wel meer dan 500 kilometer, dan moet hij toch over het gehele jaar rekening houden met de bijtelling!