Tweede Kamer buigt zich over Participatiewet

Het wetsvoorstel dat de Participatiewet op een aantal belangrijke punten wijzigt, is ingediend bij de Tweede Kamer. Het voorstel regelt onder andere dat de loonkostensubsidie gedurende de eerste zes maanden van de dienstbetrekking standaard 50% van het wettelijk minimumloon wordt.

De aangekondigde vereenvoudigingen van de Participatiewet zijn in de vorm van een wijzigingsvoorstel voorgelegd aan de Tweede Kamer. Als het aan staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ligt, gaan de wijzigingen in per 2017. Het gaat om twee veranderingen.

Loonkostensubsidie
Werkgevers krijgen voor werknemers die in de doelgroep van de Participatiewet vallen en niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, straks gedurende een half jaar een
forfaitaire loonkostensubsidie van 50% van het minimumloon. Pas na dat half jaar wordt de loonwaarde van de werknemer bepaald en de definitieve loonkostensubsidie vastgesteld.

Scholingsbelemmerden
Zogenoemde
scholingsbelemmerden vallen straks onder de doelgroep van de banenafspraak. Werkgevers kunnen voor deze werknemers bovendien ook loonkostensubsidie krijgen als de werknemers al aan de slag zijn en toch een lagere loonwaarde blijken te hebben. Ook geldt voor deze werknemers in 2017 een premiekorting van maximaal € 2.000 per werknemer per jaar gedurende drie jaar. Ze vallen ook onder de no-riskpolis.

Ingangsdatum bepaalt wijzigingen premiekorting

Hoewel het de bedoeling is dat alle wijzigingen ingaan per 1 januari 2017, is het nog niet duidelijk of dat ook haalbaar is. Er is daarom in het wetsvoorstel opgenomen dat de wijzigingen rondom de premiekorting komen te vervallen als zij later ingaan dan de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) en het bijbehorende lage-inkomensvoordeel (LIV) en loonkostenvoordeel (LKV).
Als dit wijzigingsvoorstel wordt aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer, wordt de WTL aangepast zodat scholingsbelemmerden straks onder het LKV doelgroep banenafspraak vallen.