Klein pensioen vanaf 2018 niet meer afkoopbaar

Vanaf 1 januari 2018 is het voor een werknemer die van baan wisselt niet meer mogelijk om een klein opgebouwd pensioen af te kopen. De pensioenuitvoerder krijgt waarschijnlijk wel het recht om pensioensaldo’s tot €465,94 per 2018 via een waardeoverdracht over te dragen naar de pensioenuitvoerder die de pensioenregeling van de nieuwe werkgever uitvoert.

Een waardeoverdracht (tool) houdt in dat een werknemer die bij een nieuwe werkgever aan de slag gaat de waarde van zijn opgebouwde pensioen bij de pensioenuitvoerder van zijn oude werkgever laat overdragen naar de pensioenuitvoerder van zijn nieuwe werkgever of de pensioenuitvoerder waar hij het grootste deel van zijn pensioen heeft opgebouwd. Werknemers die een klein opgebouwd pensioen afkopen, verkleinen hun toekomstige pensioenvoorziening. Op dit moment komt dit met name voor bij werknemers in de uitzendbranche, de horecabranche en de schoonmaaksector.

Waardeoverdracht geen verplichting

Met de nieuwe regeling klein pensioen wil staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorkomen dat werknemers kleine pensioenen afkopen. Het is de bedoeling dat deze nieuwe regeling gaat gelden voor bestaande en nieuwe aanspraken, waarbij nog moet worden bezien of dit voor alle pensioenuitvoerders kan gelden, of alleen voor die uitvoerders die (nu) deelnemen aan het nieuwe systeem van automatische waardeoverdracht. De waardeoverdracht wordt waarschijnlijk geen verplichting en heeft in de praktijk vooral gevolgen voor pensioenuitvoerders met een afkoopbeleid. 

De regelgeving kan in 2021 opnieuw wijzigen

Als een werknemer uit dienst treedt (e-learning) zonder dat hij direct een nieuwe baan vindt, moet de overdragende pensioenuitvoerder elk jaar toetsen of de situatie van de ex-werknemer al veranderd is. In dat geval kan de voormalige pensioenuitvoerder het kleine pensioensaldo dus pas op een later moment overdragen. Deze regel is ook van toepassing als de werknemer bij een nieuwe werkgever aan de slag gaat zonder pensioen op te bouwen.
Staatssecretaris Klijnsma verwerkt deze plannen op korte termijn in een wetsvoorstel, waar de Eerste en Tweede Kamer voor 1 januari 2018 over zullen stemmen. De staatssecretaris wil de nieuwe regels in 2021 evalueren.