Werknemer moet werkplek verlaten door relatie

Als een werknemer een relatie krijgt met een collega, mag de werkgever eenzijdig een nieuwe standplaats voor die werknemer bepalen. De situatie moet dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen.

Een relatie tussen collega’s kan voor een werkgever bezwaarlijk zijn als deze ervoor zorgt dat de werknemers niet professioneel hun werk kunnen doen. De werkgever mag daarom hiertegen optreden, op voorwaarde dat hij redelijk handelt. Onlangs oordeelde Rechtbank Noord-Nederland in een kort geding procedure dat een werkgever dit had gedaan toen hij een werknemer een nieuwe standplaats had gegeven vanwege een liefdesrelatie met een collega.

Nieuwe standplaats ondanks jarenlange liefdesrelatie

Het besluit om de werknemer – ambulancechauffeur van beroep – over te plaatsen van Veendam naar Winschoten, had de organisatie genomen op basis van nieuw beleid. Dit beleid verbood werknemers die een relatie (partners of familie) hadden om op dezelfde locatie te werken en dit had de goedkeuring gekregen van de ondernemingsraad (OR).
De ambulancechauffeur had al jaren een relatie met een ambulanceverpleegkundige die ook op de post Veendam werkte. Hij was het niet eens met de eenzijdige wijziging van zijn standplaats, ook omdat zijn kinderen (voortgekomen uit een vorige relatie) in Veendam woonden en hij op basis van een ouderschapsregeling zijn kinderen om het weekend zag.

Wijziging mogelijk op basis van goed werknemerschap

Een eenzijdig wijzigingsbeding (tool) ontbrak en dus toetste de rechter de eenzijdige wijziging op grond van goed werknemerschap: van een werknemer mag verwacht worden dat hij bij gewijzigde omstandigheden op het werk instemt met redelijke voorstellen van de werkgever. Volgens de rechter was het nieuwe relatiebeleid gerechtigd, omdat het de kwaliteit van werk moest handhaven en de OR ermee had ingestemd. Het voorstel tot locatiewijziging paste in het beleid. Bovendien kreeg de werknemer de kans om zijn oude rooster te behouden, waardoor zijn ouderschapsregeling niet in de problemen hoefde te komen. De rechter wees de vordering van de werknemer af.
Rechtbank Noord-Nederland, 20 juli 2016, ECLI (verkort): 3629