Einde dienstbetrekking commissaris per 1 mei
Uw organisatie hoeft een commissaris per 1 mei niet meer in de loonaangifte te betrekken. Recent heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën een besluit gepubliceerd dat goedkeurt dat de commissaris niet langer in fictieve dienstbetrekking bij uw organisatie is.
Na de afschaffing van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) zou er onder de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) voor commissarissen geen vrijwaring van de loonheffingen meer mogelijk zijn. Commissarissen zijn daardoor standaard in fictieve dienstbetrekking (tool) bij uw organisatie. Het gevolg hiervan zou zijn dat uw organisatie loonbelasting/premie volksverzekering en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) moet betalen. Bij de behandeling van de Wet DBA heeft de staatssecretaris echter aangekondigd dit te willen voorkomen door in de wet per 1 januari 2017 de fictieve dienstbetrekking voor de commissaris af te schaffen. Uw organisatie hoeft de commissaris dan niet meer in de loonaangifte te betrekken.
Organisatie en commissaris allebei akkoord
Vooruitlopend op deze wetswijziging is er in een besluit (pdf) een goedkeuring opgenomen. De goedkeuring houdt in dat uw organisatie de arbeidsverhouding van een commissaris niet langer hoeft aan te merken als een fictieve dienstbetrekking. Het gaat hierbij om een optie. Hiervoor is vereist dat uw organisatie en de commissaris allebei akkoord gaan. Is dat niet het geval, dan blijft de fictieve dienstbetrekking in stand.
Fictieve dienstbetrekking blijven voortzetten
Voor het definitief afschaffen van de fictieve dienstbetrekking voor de commissaris, zal de staatssecretaris een wetsvoorstel moeten indienen. Na invoering van deze wet blijft het wel mogelijk om het regime van de fictieve dienstbetrekking voort te zetten. Dit kan op basis van de zogenoemde opting-inregeling (tool). De commissaris moet in dat geval wel zelf de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) betalen.