Transitievergoeding bij wederzijds goedvinden?
Voor ontslag met wederzijds goedvinden is de werkgever niet verplicht een transitievergoeding te betalen. Maar hoe zit dit als in de vaststellingsovereenkomst staat dat het ontslag op initiatief van de werkgever wordt beëindigd?
Onder de Wet werk en zekerheid is het onderscheid tussen wederzijds goedvinden en een eenzijdige opzegging van groot belang. Bij wederzijds goedvinden is de werkgever namelijk niet verplicht een transitievergoeding te betalen, maar bij een eenzijdige opzegging wel. In een recente rechtszaak stapte een werknemer naar de kantonrechter omdat in zijn vaststellingsovereenkomst stond dat het dienstverband op initiatief van de werkgever was beëindigd. Hij stelde daarom dat er sprake was van een eenzijdige opzegging.
Geen vergoeding vanwege vaststellingsovereenkomst
De kantonrechter ging hier echter niet in mee. Het feit dat de werkgever en werknemer een vaststellingsovereenkomst hadden gesloten die de werknemer had ondertekend, wees erop dat er sprake was van wederzijds goedvinden. Bovendien had de werknemer er volgens de werkgever zelf op aangestuurd het dienstverband te beëindigen. De werkgever hoefde daarom geen transitievergoeding te betalen.
Werkgever hoeft niet te informeren over eventuele vergoeding
De kantonrechter gaf ook aan dat de werkgever bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst de werknemer niet hoeft te informeren over zijn recht om over een eventuele vergoeding te onderhandelen. De werknemer heeft na het tekenen van de vaststellingsovereenkomst wel twee weken bedenktijd en kan deze tijd gebruiken om zich te laten voorlichten over de financiële consequenties.
Kantonrechter Utrecht, 11 december 2015, ECLI (verkort): 8803