Garantstelling concern is niet aftrekbaar
Vraagt u samen met de andere ondernemingen in het concern een financiering aan, dan is het verlies bij een eventuele garantstelling niet aftrekbaar. Dit heeft de Hoge Raad recent bepaald bij deze zogenoemde paraplufinanciering.
Een voordeel van een paraplufinanciering is dat u een lagere rente kunt bedingen bij een bank, omdat het om een grotere financiering in één keer gaat. Een recent arrest van de Hoge Raad laat zien dat er ook wat nadelen kleven aan zo’n financiering. In deze zaak ging het om een bv, die onderdeel uitmaakte van een concern. De moedermaatschappij had bij de banken een kredietfaciliteit gekregen van € 110 miljoen. Deze financiering diende ook voor de andere bv’s in het concern. Voorwaarde van de bank voor deze financiering was dat de andere bv’s zich hoofdelijk aansprakelijk stelden voor het gehele bedrag van de kredietfaciliteit. Het ging echter niet zo goed met het concern. Op 1 april 2003 beëindigde de banken de financiering aan het concern en stelde één van de bv’s aansprakelijk voor € 5.191.883. In de aangifte vennootschapsbelasting 2003 bracht deze bv dit bedrag in mindering.
Geen zakelijke garantstelling
De inspecteur accepteerde deze aftrek voor de garantstelling niet. Volgens de Hoge Raad was de garantstelling echter niet zakelijk. Het hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de schulden berustte namelijk op de vennootschappelijke betrekkingen tussen de verschillende bv’s en niet op zakelijke gronden. Het verlies door de garantstelling was daarom niet aftrekbaar. De fiscus kreeg dus gelijk.
Binnenkort geeft staatssecretaris Weekers van Financiën in een beleidsbesluit meer duidelijkheid over de mogelijkheden bij garantstelling.
Hoge Raad, 1 maart 2013, LJN: BW6520