Per 1 juli 2017 nieuwe eisen aan arbocontract
Per 1 juli 2017 gelden er wettelijke vereisten voor het contract tussen de werkgever en de arbodienstverlener. Hoewel er voor lopende contracten een overgangsrecht van een jaar geldt, is het verstandig om het contract met de arbodienstverlener alvast onder de loep te nemen.
Over een paar maanden gaan een aantal belangrijke wijzigingen van de Arbowet (tool) in. Eén van de belangrijkste punten uit de vernieuwde Arbowet is de invoering van een aantal minimale eisen waaraan het contract met een arbodienstverlener (arbodienst of bedrijfsarts) moet voldoen. Een groot deel van deze eisen zijn de wettelijke taken waarbij een werkgever zich op dit moment al moet laten ondersteunen door een arbodienstverlener. Er komen echter ook nieuwe wettelijke verplichtingen bij. Zo moeten werknemers de mogelijkheid krijgen om de bedrijfsarts preventief (dus voordat er sprake is van verzuim) en op eigen initiatief te consulteren. Daarnaast krijgen werknemers recht om een second opinion te laten verrichten door een andere bedrijfsarts.
Aanvullende eisen aan arbocontract in de cao
Een werkgever kan natuurlijk altijd meer afspreken in het arbocontract dan alleen de wettelijke vereisten. Voor een preventieve aanpak, duurzame inzetbaarheid en goed werkgeverschap is meestal meer nodig dan het minimum. Ook kunnen in de cao aanvullende eisen zijn opgenomen waaraan het arbocontract moet voldoen.
Overgangsrecht van een jaar
Alle contracten die worden afgesloten op of na 1 juli 2017 moeten direct voldoen aan de wettelijke vereisten. Als bestaande contracten met de arbodienstverlener niet aan de wettelijke vereisten voldoen, krijgt de werkgever één jaar de tijd (dus tot 1 juli 2018) om dit aan te (laten) passen. Dit kan door een aanvulling te maken op het huidige contract of door een nieuw contract af te sluiten. Houd er rekening mee dat de OR instemmingsrecht heeft op het contract met de arbodienst.