U bent hier

Onderneming & Arbo
Vanaf 2016 betaalt werknemer ook WW-premie

Vanaf 2016 betaalt werknemer ook WW-premie

In het sociaal akkoord zijn afspraken gemaakt om de WW te herordenen. Dit houdt onder meer in dat werkgevers en werknemers in de toekomst samen het publiek gefinancierde deel van de WW moeten financieren. Ook veranderen de duur en de opbouw van de WW. De maatregelen worden vanaf 2016 doorgevoerd.

De WW zal op verschillende punten worden aangepast door de maatregelen uit het sociaal akkoord. Het publiek gefinancierde deel van de WW wordt vanaf 2016 gefaseerd ingekort van 38 naar 24 maanden. De duur wordt teruggebracht met één maand per kwartaal. De hoogte van de WW-uitkering blijft loongerelateerd en is gebaseerd op het laatstverdiende loon. Om de uitstroom uit de WW te vergroten wordt de definitie van passende arbeid aangescherpt. Vanaf 2016 wordt na zes maanden alle arbeid als passend aangemerkt. Nu is dat nog twaalf maanden.

Nieuwe berekening opbouw

Ook de opbouw van de WW verandert: één maand per gewerkt jaar in de eerste tien jaren en een halve maand per gewerkt jaar in de jaren daarna. Elk gewerkt jaar voor 1 januari 2016 geeft recht op één maand opbouw. Nu wordt de opbouw nog berekend aan de hand van het fictief en feitelijk arbeidsverleden.

Werkgevers en werknemers delen de rekening

Voor het publiek gefinancierde deel van de WW geldt dat werkgevers en werknemers straks allebei 50% moeten betalen. Nu betaalt alleen de werkgever premie voor de WW. Als werkgevers en werknemers in de cao afspraken  maken over aanvulling van de WW tot 38 maanden, moet dat gedeelte privaat gefinancierd worden.