Zorgplicht voor werkgever gaat erg ver
Zoals u weet is de werkgever ook aansprakelijk voor arbeidsomstandigheden buiten de vaste werkplek. Soms is het echter moeilijk om invloed uit te oefenen op deze omstandigheden, bijvoorbeeld als medewerkers deelnemen aan het verkeer. Een organisatie kan ook aansprakelijk zijn voor risico's van een fietstocht. Het is de plicht van de werkgever om al het mogelijke te doen om ongelukken te voorkomen en de financiële consequenties daarvan te beperken.
Dit kwam al in 2008 ter sprake in een zaak bij de Hoge Raad. Een medewerkster van een zorgstichting voor thuiswonende hulpbehoevenden reisde met de fiets van huis naar huis. Deze reistijd beschouwde de werkgever als werktijd en dit betaalde hij ook als zodanig uit. Toen was het niet zo warm: de dame kwam door ijzige gladheid ten val en liep een dubbele scheenbeenfractuur op. Ze was zelf niet verzekerd voor deze schade en stelde haar werkgever aansprakelijk. De kantonrechter en het gerechtshof gaven de medewerker gelijk, maar de werkgever ging in beroep bij de Hoge Raad.
Veilig voertuig
De Hoge Raad overwoog dat de zorgplicht van de werkgever voor medewerkers die aan het verkeer deelnemen, beperkt is. De werkgever is op basis van Burgerlijk Wetboek 7, artikel 658 verplicht om de werkplek zodanig in te richten en te onderhouden als nodig is, om te voorkomen dat de werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden. De werkgever heeft echter geen invloed op de inrichting van de openbare weg. De werkgever is echter wel verplicht om te zorgen voor een veilig voertuig en afdoende instructies en waarschuwingen.
Verzekering hoeft niet
Uit eerdere rechtszaken bleek bovendien dat de werkgever ervoor verantwoordelijk is dat de medewerker voldoende verzekerd is. U hoeft niet voor de werknemer een verzekering af te sluiten, maar u moet er wel zorgen dat de medewerker de financiële middelen heeft om zelf een verzekering af te sluiten en u moet hem wijzen op het belang hiervan. Voor de risico's die een fietser loopt in het verkeer, zijn prima verzekeringen af te sluiten. De werkgever was in gebreke gebleven, omdat hij zijn medewerker hier niet op had gewezen. De Hoge Raad verwierp daarom het beroep.
Hoge Raad, 12 december 2008, LJN: BD3129