U bent hier

Onderneming & Arbo
Werknemer moet actief zijn bij verbetertraject

Werknemer moet actief zijn bij verbetertraject

Van een werknemer die disfunctioneert, mag u een actieve houding verwachten. Afwachten of het verbetertraject saboteren, kan de werknemer worden aangerekend. Mocht het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst komen, dan loopt de medewerker het risico dat de rechter geen ontslagvergoeding toekent als duidelijk is dat de medewerker zich niet heeft ingespannen om zijn functioneren te verbeteren.

Hangt een medewerker beëindiging van de arbeidsovereenkomst boven het hoofd omdat hij al geruime tijd disfunctioneert, dan mag u van hem verlangen dat hij zich inspant om zijn functioneren te verbeteren. Is hij het oneens met de voorstellen die u in een verbeterplan doet of is hij ontevreden over de begeleiding, dan moet hij dat op tijd laten weten en zijn wensen kenbaar maken. Vindt hij bijvoorbeeld dat hij een cursus timemanagement kan gebruiken, dan moet hij daarom vragen. Geeft de werknemer dit pas bij de rechter aan, dan kan deze oordelen dat de werknemer een te afwachtende houding heeft aangenomen.

Ook werkgever heeft rol in verbetertraject

Niet alleen de werknemer moet zich in een verbetertraject inspannen om zijn functioneren te verbeteren. Ook de werkgever heeft hierin een belangrijke rol. Geef specifiek aan op welke punten het functioneren moet verbeteren. Een opmerking zoals ‘Jouw prestaties zijn onder de maat’ is niet voldoende. Beter is het om heel concrete doelstellingen te formuleren zoals: ‘Over één maand verwacht ik dat je minimaal een x-aantal nieuwe klanten hebt aangetrokken’. Neem deze afspraken ook op in het verslag van het functioneringsgesprek, zodat u precies benoemt wat u van de werknemer verwacht. Verder kunt u het functioneren proberen te verbeteren door de medewerker training of coaching aan te bieden. Ook als er een flink arbeidsconflict is, mag u een arbeidsrelatie dus niet zomaar als verloren beschouwen.