Een goede organisatie van BHV redt levens
Om een veilige werkomgeving te garanderen, moet uw werkgever BHV’ers aanstellen. Zo’n 50% van de werkgevers in het mkb weet niet dat bedrijfshulpverlening (BHV) verplicht is. Dit bleek vorig jaar uit onderzoek van de Stichting Bedrijfshulpverlening Nederland.
Artikel 15 van de Arbowet stelt BHV verplicht. Hoewel deze verplichting niet heel concreet is, kunt u uit de wettekst wel afleiden aan welke voorwaarden de organisatie van BHV moet voldoen. BHV’ers zijn verantwoordelijk voor:
- het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
- het bestrijden van brand;
- het beperken van de gevolgen van ongevallen;
- het evacueren van alle werknemers in geval van nood.
Invulling BHV afhankelijk van arbeidsrisico’s
Een veelvoorkomende misvatting is dat het aantal BHV’ers afhankelijk is van het aantal werknemers én dat zij ieder jaar moeten worden geschoold. De Arbowet bepaalt dat alleen dat het aantal BHV’ers en hun scholing afhankelijk zijn van de manier waarop zij in staat zijn om hun taken goed uit te voeren. Een simpele stelregel is dat er altijd een BHV’er aanwezig moet zijn waar gewerkt wordt en dat de BHV’ers de specifieke arbeidsrisico’s kennen. Het is dus niet zo dat zij verplicht ieder jaar op (herhalings)cursus moeten. Dat kan bijvoorbeeld ook eens in de drie jaar.
OR heeft instemmingsrecht bij arboregelingen
De OR/PVT heeft instemmingsrecht als de werkgever een regeling op het gebied van arbo wil opstellen, wijzigen of afschaffen. Regelingen op het gebied van BHV vallen daar ook onder. Hierbij kunt u denken aan:
- het aantal BHV’ers en hun spreiding binnen de organisatie;
- hoe de opleiding/bijscholing van BHV’ers is geregeld;
- de beloning van BHV’ers;
- de risico’s die de BHV’ers lopen;
- het verzekeren van BHV’ers voor hun werk (tijdens oefeningen en echte calamiteiten) en het afsluiten van een verzekering tegen schadeclaims van slachtoffers die letsel hebben opgelopen door een fout van een BHV’er;
- regelingen voor werknemers die alleen werken.