Verfrommeld bezwaarschrift niet tijdig gepost
Een bezwaarschrift dat na het verstrijken van de termijn verfrommeld en beduimeld bij de fiscus binnenkomt, kan alleen in behandeling worden genomen als de verzender aantoont het stuk tijdig te hebben gepost. Dat de envelop verfomfaaid is, is onvoldoende bewijs voor onzorgvuldige postbezorging.
In een rechtszaak voor Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden draaide het om een commanditaire vennootschap (C.V.) die bezwaar wilde maken tegen een VPB-aanslag. De bezwaartermijn liep af op 15 september 2014 maar de envelop met het bezwaarschrift kwam pas op 23 september 2014 binnen bij de fiscus, met een poststempel van 21 september 2014. De fiscus nam het bezwaar daarom niet in behandeling. De C.V. vocht deze beslissing aan: de envelop was namelijk helemaal verfomfaaid bij de inspecteur op zijn bureau terechtgekomen. Bovendien had iemand namens de C.V. op de envelop geschreven ‘In de bus op 12-9-14’.
Niet afdoende bewijs
Een te laat bezorgd bezwaarschrift (tool) mag in behandeling worden genomen als de indiener kan bewijzen dat het stuk in ieder geval ruim op tijd op de post is gedaan. Daar was volgens het gerechtshof in deze zaak geen sprake van. De krabbel op de envelop met de datum was onvoldoende objectief bewijs van een tijdige verzending. De C.V. voerde nog aan dat de treurige staat van de envelop erop wees dat de post op een slechte manier werd afgehandeld en daardoor dus te laat werd bezorgd. Ook hier ging het gerechtshof niet in mee, aangezien de envelop net zo goed al beduimeld en wel in de brievenbus gegooid had kunnen zijn.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 1 november 2016, ECLI (verkort): 8742