U bent hier

OR & Medezeggenschap
Hogere AOW-leeftijd per 1 januari 2013

Hogere AOW-leeftijd per 1 januari 2013

De Eerste Kamer is akkoord met de verhoging van de AOW-leeftijd per 1 januari 2013. In dat eerste jaar stijgt de AOW-leeftijd met één maand, maar ook daarna blijft de AOW-leeftijd elk jaar stijgen. Hierdoor ligt de AOW-leeftijd in 2023 op 67 jaar. De Eerste Kamer stemde ook in met de afschaffing van de werkbonussen voor werkgevers die oudere werknemers in dienst nemen.

De Eerste Kamer stemde dinsdag 10 juli 2012 in met drie voorstellen die voortvloeien uit het Lenteakkoord; de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingakkoord 2013 (pdf), een wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen (pdf) en het wetsvoorstel Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (pdf).
In 2013, 2014 en 2015 gaat de AOW-leeftijd telkens met één maand omhoog, waarna deze leeftijd in 2016, 2017 en 2018 met twee maanden per jaar stijgt. Vanaf 2019 stijgt de AOW-leeftijd per jaar met drie maanden, waardoor de AOW-leeftijd in 2019 op 66 jaar en in 2023 op 67 jaar komt te liggen. Vervolgens wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Eerste Kamer akkoord met vervallen werkbonussen

Daarnaast komt de mobiliteitsbonus – die was voorgesteld in het vitaliteitspakket – voor het in dienst nemen van werknemers van 55 jaar of ouder te vervallen. Ook de werkbonus voor werkgevers voor het in dienst nemen van 62-plussers en de werkbonus voor werknemers van 61 jaar en ouder worden geschrapt. Zoals u eerder heeft kunnen lezen in het bericht ‘Vitaliteitsbudget voor mensen met een handicap’ is het overige budget van het vitaliteitspakket vooral bedoeld voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: arbeidsgehandicapten en uitkeringsgerechtigden.
Voor de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding en de hervorming van het ontslagrecht – die ook in het Lenteakkoord waren opgenomen – komen er nog twee aparte wetsvoorstellen. Deze maatregelen worden pas na de verkiezingen verder behandeld.

Verhoging AOW-leeftijd