Ook oproepcontract moet u opzeggen
Als u een oproepkracht na een bepaalde periode niet meer oproept, staat dit gelijk aan ontslag. De oproepkracht kan dan een beroep doen op het rechtsvermoeden. Dat wil zeggen dat hij recht heeft om tewerk te worden gesteld voor het aantal uren dat hij gemiddeld in de afgelopen drie maanden heeft gewerkt. Dit werd onlangs bevestigd in een zaak bij de kantonrechter in Amsterdam.
In de zaak besloot een werkgever een oproepkracht – met een oproepovereenkomst van een jaar –nadat zij vier maanden voor de organisatie had gewerkt, niet meer op te roepen. De oproepkracht stapte naar de rechter omdat zij vond dat ze op grond van het zogenoemde rechtsvermoeden recht had om gemiddeld 23 uur per week opgeroepen te worden. Dit was namelijk het gemiddelde aantal uren dat zij in de afgelopen drie maanden had gewerkt. Ze wou deze uren doorbetaald krijgen tot het einde van haar contract.
Werkgever had ontslagvergunning moeten aanvragen
De rechter bevestigde dat de oproepkracht een beroep kon doen op het rechtsvermoeden. Dit betekende dat zij recht had op loondoorbetaling voor het aantal uren dat zij gemiddeld de afgelopen drie maanden had gewerkt. Als de werkgever niet meer met de oproepkracht wilde werken, had hij hiervoor een ontslagvergunning moeten aanvragen bij UWV. Aangezien hij dit niet had gedaan, was de werkgever loon verschuldigd tot het einde van de oproepovereenkomst.
Kantonrechter Amsterdam, 3 februari 2014, ECLI (verkort): 522