Schrap bij ziekte de vergoeding reiskosten
Met een medewerker die ziek wordt heeft u een hoop te stellen, ook financieel gezien. Zo is er de verplichte loondoorbetaling over de eerste 104 weken bijvoorbeeld. Maar vergeet ook de eventuele vaste reiskostenvergoeding niet, die mag u namelijk niet zomaar onbelast laten doorlopen!
Als het ernaar uitziet dat de medewerker wegens ziekte een tijdje uit de running zal zijn, mag u de vaste reiskostenvergoeding stopzetten. Hierbij moet u uiteraard wel de arbeidsvoorwaarden en eventuele cao-bepalingen in acht houden. U hoeft deze vergoeding niet per se (meteen) stop te zetten. Als u maar bedenkt dat u de vaste reiskostenvergoeding bij ziekte fiscaal gezien slechts onbelast mag doorbetalen in de lopende en eerstvolgende maand. Bij langdurige ziekte mag u de onbelaste vaste reiskostenvergoeding pas weer gaan betalen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand van herstel. Dat betekent dat als een medewerker slechts een korte periode ziek is, bijvoorbeeld drie weken, u de vaste reiskostenvergoeding zonder problemen onbelast kunt doorbetalen.
Lang ziek, kort ziek
Stel dat een medewerker zich op 23 juni ziek meldt vanwege een verkoudheid. Hij knapt op en gaat weer aan de slag maar meldt zich op 7 juli weer ziek. Dit keer ziet het ernaar uit dat de medewerker langere tijd afwezig zal zijn. In dit geval is er op 23 juni redelijkerwijs sprake van kortstondige afwezigheid zodat u de vaste reiskostenvergoeding onbelast kunt doorbetalen. Op 7 juli is er redelijkerwijs een langere afwezigheid te voorzien zodat u de reiskostenvergoeding over de maanden juli en augustus onbelast kunt doorbetalen. Als de medewerker op 11 oktober weer aan de slag gaat, mag u de vaste reiskostenvergoeding pas per 1 november weer onbelast gaan betalen.