Hoezo, ik ben te oud voor die leer-werkplek?!
Bij het toekennen van leer-werkplekken moet uw organisatie altijd oppassen dat u geen verboden onderscheid maakt op grond van leeftijd. Voor UWV komt deze waarschuwing nét iets te laat. De instantie werd onlangs door het College voor de Rechten van de Mens op het matje geroepen omdat zij een bovengrens van 52 jaar hanteerde bij de selectie van kandidaten voor een BBL-traject.
Wat was er precies aan de hand? UWV had een verkorte BBL-opleiding (Beroeps Begeleidende Leerweg) voor verzorgenden ontwikkeld. Voor het traject deed UWV de voorselectie en hanteerde daarbij – naar eigen zeggen in het belang van de werkgever – een leeftijdsgrens van 52 jaar. Op grond van de geldende cao waren werknemers van 55 jaar en ouder namelijk niet meer verplicht om nog nachtdiensten te draaien. Een zorginstelling zou volgens UWV roosterproblemen kunnen krijgen als een deel van de verzorgenden geen nachtdiensten hoefde te draaien. Bovendien meende UWV dat het bij oudere medewerkers onzeker is of de zorginstellingen de opleidingskosten terugverdienen. Na een klacht over deze gang van zaken werd de kwestie voorgelegd aan het College voor de Rechten van de Mens.
Leeftijdsonderscheid niet geoorloofd
Het college gaf aan dat de zorginstellingen UWV niet hadden gevraagd om een leeftijdsgrens van 52 jaar te hanteren bij de voorselectie. UWV kon daarnaast niet aantonen dat er objectieve redenen waren voor het leeftijdsonderscheid of dat die redenen zwaarwegend waren. UWV had dus verboden onderscheid gemaakt op grond van leeftijd.
College voor de Rechten van de Mens, 20 mei 2014, oordeelnummer: 2014-60