Stand van zaken AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd gaat in 2013 met één maand omhoog en wordt vanaf 2014 in stappen verhoogd naar 66 jaar in 2019 en 67 jaar in uiterlijk 2024. Na 2024 wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld. Eerder bespraken VVD, CDA en PVV in het Catshuis over een verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2015, maar nu de onderhandelingen met de PVV zijn stukgelopen, gaat dit plan niet meer door.
De AOW-leeftijd stijgt sneller dan in het Pensioenakkoord was afgesproken, maar niet zo snel als de onderhandelaars in het Catshuis voor ogen hadden. Zij hadden de AOW-leeftijd al in 2015 naar 66 jaar willen laten stijgen, zoals u eerder heeft kunnen lezen in het bericht ‘AOW-leeftijd mogelijk in 2035 naar 68 jaar’.
Nadat de onderhandelingen met de PVV in het Catshuis waren stukgelopen, moest demissionair premier Rutte in de Tweede Kamer steun zoeken bij andere partijen voor de extra bezuinigingsmaatregelen (pdf). Die extra bezuinigingen zijn nodig om te voldoen aan de Europese eis om het begrotingstekort te beperken tot 3%.
Aanvullende werkbonus ingetrokken
Behalve de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd staan er ook een aantal andere maatregelen in het bezuinigingspakket. Zo gaat in 2014 de pensioenleeftijd voor aanvullend pensioen naar 67 jaar en worden de maximale opbouwpercentages naar beneden aangepast. Daarnaast wordt het budget dat was gereserveerd door de aanvullende werkbonus voor 58-plussers met een inkomen rond het minimumloon ingetrokken. Na 2013 neemt het budget om werknemers inzetbaar te houden niet verder toe.
Extra bezuinigingsmaatregelen
In het regeerakkoord was de verwachting nog dat Nederland in 2012 een begrotingstekort zou hebben van minder dan 3%. In de tussentijd is de economische situatie echter verslechterd. Als er op zeer korte termijn niet flink wordt bezuinigd, kan het begrotingstekort dit jaar oplopen naar 4,5%. Het demissionaire kabinet heeft daarom in de Tweede Kamer steun gezocht voor extra bezuinigingsmaatregelen, zodat Nederland aan de begrotingsnorm van Brussel kan voldoen. De precieze invulling van de plannen – zoals tarieven en bedragen – is nog niet bekend.