Ministerraad stemt in met verlaging leeftijd no-riskpolis
Vanaf 1 januari 2018 moet de leeftijdsgrens voor de no-riskpolis voor ouderen omlaaggaan naar 56 jaar. De ministerraad is akkoord gegaan met het wetsvoorstel waarin dit is geregeld.
De verlaging van de leeftijdsgrens voor de no-riskpolis is bedoeld om de arbeidsmarktpositie van werkloze vijftigplussers te verbeteren. Hoewel vijftigplussers niet vaker ziek zijn dan jongere collega’s, zijn ze vaak wel langer ziek. Dit maakt sommige werkgevers huiverig om deze werknemers aan te nemen. Om deze angst weg te nemen, moet de leeftijdsgrens voor de no-riskpolis volgens de ministerraad omlaag. Een werkgever die een werknemer in dienst neemt die 56 jaar of ouder is en die langer dan 52 weken werkloos is geweest en een WW-uitkering heeft ontvangen, komt dan in aanmerking voor de no-riskpolis. Op dit moment moet een oudere werkloze nog vóór 8 juli 1954 geboren zijn om onder de doelgroep van de no-riskpolis te vallen.
Volledige of gedeeltelijke compensatie van loonkosten
Voor een oudere werkloze die onder de no-riskpolis valt, krijgt een werkgever na 13 weken ziekte een Ziektewetuitkering van UWV. Een werkgever krijgt hierdoor de loonkosten bij ziekte na 13 weken dus volledig of gedeeltelijk (bij een dagloon boven het maximum) gecompenseerd. Ook telt de werknemer niet mee voor de bepaling van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas.
Nu de ministerraad met het wetsvoorstel heeft ingestemd, gaat het naar de Raad van State voor advies. Vervolgens moeten de Tweede Kamer en de Eerste Kamer nog over het wetsvoorstel stemmen, voordat de verlaging van de leeftijdsgrens van de no-riskpolis definitief is.