Maak van winstdeling geen gewoonte
Keert uw werkgever structureel een winstdeling uit dan kan dit een gewoonterecht worden. De werkgever moet in een reglement duidelijk aangeven wanneer een werknemer in aanmerking komt voor de uitkering. Wilt uw werkgever toch een eind maken aan de winstdeling, dan moet hij dit tijdig communiceren naar de werknemers.
Onlangs stapte een werkneemster naar de rechter omdat haar werkgever geen winstdeel had uitgekeerd over 2010. Ze had wel steeds een winstdeel ontvangen over de jaren 2001 tot en met 2009. Dus was de winstdeling een vast onderdeel van het loon meende zij. Voor werknemers die sleutelposities innamen in het bedrijf, gold sinds 1 januari 2001 een winstdelingsregeling. Daarnaast moest de werknemer een vast contract hebben en jaarlijks positief zijn beoordeeld in het functioneringsgesprek, om voor de uitkering van het winstdeel in aanmerking te komen.
Als enige geen winstuitdeling
De onderneming had vanwege tijdgebrek tot en met 2009 echter niet jaarlijks functioneringsgesprekken gehouden. Ook waren er geen beoordelingsformulieren opgesteld waarin over toekenning van een winstdeel werd gesproken. Hierdoor kregen feitelijk alle werknemers in de jaren 2001 tot en met 2009 een winstdeel, ongeacht of ze een vast of tijdelijk contract hadden. In 2010 was de werkneemster de enige die haar winstdeel niet had gekregen, omdat ze volgens haar werkgever vaak afwezig was en niet goed functioneerde.
Afwijkende voorwaarden
In de praktijk was de werkgever zo sterk afgeweken van de voorwaarden van het winstdelingsreglement dat de werkneemster er terecht op mocht vertrouwen dat ze ook in 2010 een winstdeel zou krijgen, meende de kantonrechter. De werkgever had zijn besluit om een eind te maken aan het automatisch uitkeren van het winstdeel en de invoering van het vernieuwde winstdelingsreglement, tijdig bekend moeten maken bij de werknemers. De vrouw had dus toch recht op haar winstdeel over 2010.
Rechtbank Breda, 11 januari 2012, LJN: BV0482