Lagere transitievergoeding door investering in inzetbaarheid

Investeren in de inzetbaarheid van werknemers zodat zij productief en gezond kunnen werken tot aan hun AOW-gerechtigde leeftijd wordt aantrekkelijker voor werkgevers. Zo krijgen ze meer opties om de transitievergoeding te verlagen.

Veel werknemers doen tijdens hun loopbaan weinig aan bijscholing. Dat geldt met name voor specifieke groepen zoals lager opgeleiden en ouderen. Werkgevers en werknemers zijn verantwoordelijkheid voor de inzetbaarheid van werknemers. Het kabinet wil daarom de fiscale aftrekpost voor scholingskosten vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben gehaald.

Aftrek inzetbaarheidskosten van transitievergoeding

Werkgevers krijgen daarbij meer mogelijkheden om de investeringskosten voor de inzetbaarheid van werknemers binnen de eigen organisatie in mindering te brengen op de transitievergoeding. Op dit moment geldt voor de aftrek van scholingskosten van de transitievergoeding nog dat het niet mag gaan om kennis en vaardigheden die de werknemer op een later moment nog heeft gebruikt in een functie bij de werkgever, ook al gaat het om een andere functie. Deze voorwaarde vervalt straks. De kosten van scholing die de werknemer heeft gevolgd voor een andere functie binnen de organisatie mogen dan wél worden afgetrokken van de transitievergoeding. Voor scholing gericht op de eigen functie veranderen de regels niet.