Jeugd-LIV uitgelegd in Nieuwsbrief Loonheffingen 2018
De compensatie voor de verhoging van het minimumjeugdloon – het zogenoemde jeugd-LIV – wordt ingevoerd per 2018. In de eerste Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze tegemoetkoming voor werkgevers.
Naast het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor volwassenen wordt per 1 januari 2018 ook het zogenoemde jeugd-LIV ingevoerd: een compensatie (tool) voor de extra loonkosten die werkgevers hebben door de verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon per 1 juli 2017 voor werknemers van 18 tot en met 21 jaar. In de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 wordt dieper ingegaan op deze tegemoetkoming.
Drie voorwaarden voor het jeugd-LIV
Werkgevers krijgen in 2018 alleen jeugd-LIV voor werknemers als voldaan wordt aan de volgende drie voorwaarden:
- De werknemer is verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
- De werknemer heeft een gemiddeld uurloon dat op of net boven het wettelijk minimumloon voor zijn leeftijd ligt. De precieze uurloongrenzen per leeftijd zijn nog niet bekend.
- De werknemer is op 31 december 2017 18, 19, 20 of 21 jaar oud.
Het gemiddelde uurloon is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van een kalenderjaar (kolom 8 van de loonstaat) gedeeld door het aantal verloonde uren (tool) in dat jaar.
Combineren met loonkostenvoordeel mag
Er zijn twee grote verschillen tussen het LIV voor volwassenen en het jeugd-LIV:
- Voor het LIV voor volwassenen geldt als voorwaarde dat de werknemer minimaal 1.248 verloonde uren per kalenderjaar bij uw organisatie moet hebben, maar die voorwaarde geldt niet voor het jeugd-LIV.
- Het jeugd-LIV mag – in tegenstelling tot het LIV voor volwassenen – gecombineerd worden met een loonkostenvoordeel (LKV).