Hogere verzuimboete VPB is toch rechtvaardig
Bij het te laat indienen van de aangifte inkomstenbelasting (IB) of vennootschapsbelasting (VPB) kan de Belastingdienst u een verzuimboete opleggen. Via de rechter kon u voorheen de opgelegde verzuimboete voor de VPB laten verlagen. Het gerechtshof in Den Bosch heeft aangegeven dat dit verschil gerechtvaardigd is. In de IB bedraagt de verzuimboete namelijk € 226 bij het te laat indienen van de aangifte. Voor de VPB is deze verzuimboete een stuk hoger, maar liefst € 2.460.
De bv in deze zaak maakte bezwaar tegen de opgelegde verzuimboete VPB, omdat ze het verschil tussen de verzuimboete in de IB en VPB onterecht vond. Dit was volgens haar in strijd met het gelijkheidsbeginsel en evenredigheidsbeginsel.
Verschil tussen aangifte
De rechtbank in Breda vond dit verschil ook onrechtvaardig en oordeelde dat er geen verschil was tussen aangifte doen voor de VPB of de IB. Daarop verminderde hij de verzuimboete van € 2.460 naar € 1.250. De inspecteur was het niet eens met deze beslissing en ging in hoger beroep.
Volgens de wet
De inspecteur had de boete gebaseerd op het feit dat de bv meerdere jaren te laat was met haar aangifte, zelfs na enkele aanmaningen. Volgens de wet mag hij dan een boete opleggen van € 2.460 – voor natuurlijke personen is dat € 226 – ongeacht de hoogte van de af te dragen belasting. Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch bepaalde dan ook dat er een verschil in aard is tussen een rechtspersoon en een natuurlijk persoon. Een overtreding door een rechtspersoon was volgens het gerechtshof ernstiger als die van een natuurlijk persoon. Dit rechtvaardigde dan ook het stellen van andere eisen. De hoogte van de boete bleef € 2.460.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 10 mei 2012, LJN: BW8599