Hoge drempel na zwangerschapsverlof
Uit onderzoek blijkt dat veel vrouwen angstig zijn om na hun zwangerschapsverlof weer aan de slag te gaan. Deze angst heeft te maken met mogelijke reacties van collega's en klanten op hun lichaam. Vrouwen geven aan dat zij minder tijd en energie hebben hun lichaam te verzorgen. De meeste energie gaat uit naar het verzorgen van hun kind.
Vrouwelijke werknemers voelen zich na hun zwangerschapsverlof niet alleen onzeker over hun lichaam, maar ook over hun werk. Zij hebben te weinig zelfvertrouwen om hun werk goed uit te voeren. Vrouwen blijken na hun bevalling zo'n anderhalf jaar nodig te hebben om zich weer helemaal lekker te voelen.
Recht op rust en regelmaat
U doet er verstandig aan om werkneemsters die na hun zwangerschaps- en bevallingsverlof de rust en de ruimte te geven om weer te wennen aan het werk. Het is gewoonlijk nog maar een week of tien geleden dat zij een kindje kregen. Volgens de Arbeidstijdenwet (artikel 4.7) hebben werkneemsters tot zes maanden na de bevalling in ieder geval recht op dezelfde regelmatige werktijden en extra rusttijden waarop ze tijdens hun zwangerschap recht hadden. De werkgever mag hen in die periode niet inzetten voor nachtdiensten en overwerk.
Kwart van werktijd voor borstvoeding
Ook moeten kersverse moeders de gelegenheid krijgen om hun baby onder werktijd te voeden of te kolven. In de Arbeidstijdenwet (artikel 4.8) is vastgelegd dat ze daar tot de baby negen maanden is maximaal een kwart van hun werktijd voor mogen gebruiken. Zorg ervoor dat er in uw organisatie een afsluitbare ruimte beschikbaar is om te kolven en te rusten.