Geheimhouding accountant kent grenzen!
Uit een recente beslissing van de Accountantskamer blijkt dat uw accountant soms toch een geheim moet verklappen. De geheimhoudingsplicht van de accountant kent dus grenzen. In deze zaak was er sprake van fraude. Dit was zo ernstig dat de geheimhouding moest wijken.
Uw accountant moest zich tot 2014 houden aan de geheimhoudingsplicht uit de Verordening Gedragscode AA’s. Per 1 januari 2014 is deze verordening vervangen door de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants. In deze zaak ging het om een accountant-administratieconsulent, die ook werkzaam was als belastingadviseur. De accountant had als klant een melkveehouder. Hij verzorgde voor de melkveehouder zowel de jaarrekening als de belastingaangiften. In 2006 gaf de melkveehouder bij de accountant aan dat hij zijn bedrijf wilde uitbreiden. Op dat moment had hij 90 melkkoeien en bijbehorend jongvee. Het was de bedoeling om de veestapel uit te breiden naar 500 tot 1.000 koeien. Hiervoor was echter wel een investering nodig van € 12 miljoen.
De accountant moest weten dat de facturen niet klopten
In de periode augustus 2006 tot februari 2008 verzorgde de accountant acht keer de aangifte BTW voor de melkveehouder. Ondanks het feit dat hij kennis had van de slechte financiële situatie, ging de accountant akkoord met de uitbreiding. In totaal ging het om een teruggaaf van € 2,2 miljoen. Hij kreeg daarvoor de facturen voor de bouw van nieuwe stallen en machines van de melkveehouder. Er was echter nog geen bouwvergunning. De accountant moest er dus van op de hoogte zijn dat de facturen niet helemaal klopten. Uiteindelijk gaf de melkveehouder op 8 augustus 2008 bij de accountant aan dat de facturen vals waren. De melkveehouder ging op 24 maart 2009 failliet.
De fraude had de accountant moeten melden
Halverwege 2011 gaf de accountant pas bij de fiscus aan dat hij al eerder wist van de belastingfraude. De Accountantskamer moest beoordelen of de accountant de fraude eerder had moeten melden. De tuchtrechter gaf aan dat de accountant zich moest houden aan de fundamentele beginselen van integriteit en zorgvuldigheid uit de Verordening Gedragscode AA’s. Het was volgens de rechter van maatschappelijk belang dat hij de fraude zo snel mogelijk bij de Belastingdienst meldde. Uit eigen beweging had de accountant zijn klant moeten verklikken en zijn geheimhoudingsplicht opzij moeten zetten. De accountant kwam weg met een berisping van de Accountantskamer.
Accountantskamer, 23 januari 2015, zaaknummer 13/2415 Wtra AK