Geen bovenwettelijke vakantiedagen bij ziekte?
In het personeelsreglement of de arbeidsovereenkomst mag een werkgever afwijkende afspraken maken over de opbouw van bovenwettelijke vakantiedagen tijdens ziekte. Dit werd onlangs bevestigd in een uitspraak van de kantonrechter in Utrecht.
In de zaak claimde een werknemer dat hij bij het einde van zijn arbeidsovereenkomst nog recht had op uitbetaling van 673 vakantie-uren. Hierbij zaten een aantal wettelijke vakantie-uren en een aantal bovenwettelijke vakantie-uren. Volgens de werkgever waren de wettelijke vakantie-uren echter vervallen, omdat hiervoor een vervaltermijn van een half jaar na het jaar van opbouw gold. Verder was in het arbeidsvoorwaardenreglement afgesproken dat een werknemer bij arbeidsongeschiktheid alleen bovenwettelijke vakantie-uren zou opbouwen over het laatste half jaar van zijn ziekte.
Afspraak arbeidsvoorwaardenreglement niet geldig
De werknemer was het hier niet mee eens. Hij stelde dat voor de wettelijke vakantie-uren (tools) niet een vervaltermijn van een half jaar gold, maar een verjaringstermijn van vijf jaar, omdat hij vanwege zijn ziekte niet in staat was geweest de vakantie-uren op te nemen. Ook was de afspraak in het arbeidsvoorwaardenreglement dat hij alleen bovenwettelijke vakantie-uren zou opbouwen over het laatste half jaar van zijn ziekte volgens hem niet geldig.
Vervaltermijn van half jaar vanwege re-integratieactiviteiten
De rechter oordeelde dat de werknemer wel in staat was geweest de wettelijke vakantie-uren op te nemen, omdat hij ook in staat was re-integratieactiviteiten te verrichten. Dit betekende dat er voor de wettelijke vakantie-uren een vervaltermijn van een half jaar bestond en dat de vakantie-uren uit 2012 en 2013 vervallen waren.
Over de opbouw van bovenwettelijke vakantiedagen mogen in de cao, het arbeidsvoorwaardenreglement of de arbeidsovereenkomst eigen afspraken worden gemaakt. De regeling uit het arbeidsvoorwaardenreglement was dus gewoon geldig, waardoor de werknemer alleen bovenwettelijke vakantie-uren had opgebouwd over het laatste half jaar van zijn arbeidsongeschiktheid. Alleen die vakantie-uren kreeg de werknemer dus uitbetaald.
Rechtbank Midden-Nederland, 27 januari 2016, ECLI (verkort): 434