Fiets ter beschikking stellen is nogal ingewikkeld
Als uw organisatie fietsen ter beschikking stelt aan werknemers die ze ook voor privéritten gebruiken, moet de werkgever voor dat privégebruik een bijtelling op hun loon toepassen. Hoe hoog die bijtelling moet zijn, wordt echter bepaald door nogal wat vage factoren.
Een fiets van de zaak (tool) kan een manier zijn om werknemers te stimuleren om minder vaak de auto te pakken. Als een werkgever de fiets aanschaft en ter beschikking stelt, komen de aanschafkosten voor zijn rekening. Hij krijgt dan mogelijk wel te maken met een hoop rompslomp. Gebruikt de werknemer een ter beschikking gestelde fiets (e-learning) namelijk ook privé, dan moet de werkgever voor die privékilometers een bijtelling op zijn loon toepassen. Daarvoor moet de salarisadministrateur de waarde van het privégebruik in het economisch verkeer bij het belast loon van de werknemer tellen.
Waarde in het economisch verkeer: ingewikkelde rekensom
Die waarde in het economisch verkeer berekenen, is echter niet eenvoudig. Daarvoor moet het aantal gereden privékilometers worden vermenigvuldigd met de kilometerprijs. Die kilometerprijs is – volgens het Handboek Loonheffingen 2017 (tool) – opgebouwd uit de kosten per kilometer aan afschrijving, onderhoud, reparatie en verzekering (en bij een elektrische fiets ook nog de verbruikte elektriciteit).
BOVAG wil af van vage regelgeving
Brancheorganisatie voor mobiliteit BOVAG pleit ervoor om de bijtelling voor de fiets van de zaak (tool) helemaal af te schaffen. De controle op het aantal privékilometers is volgens de organisatie te lastig, net als het bepalen van de waarde in het economisch verkeer. Volgens BOVAG is een fiscaal onderscheid tussen privé en zakelijk fietsen volstrekt overbodig en zelfs onwenselijk.