Eerste Kamer akkoord met hogere AOW-leeftijd
Ook de Eerste Kamer is akkoord gegaan met de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. De pensioengerechtigde leeftijd gaat geleidelijk omhoog. Volgend jaar krijgen pensioengerechtigde werknemers een maand later recht op AOW. Daarna stijgt de AOW-leeftijd stapsgewijs verder naar 66 jaar in 2019 en 67 jaar in 2023.
In het bericht 'Lenteakkoord treft ondernemingen beperkt' kon u al lezen wat de plannen waren van het bezuinigingspakket. Ook de verhoging van de AOW-leeftijd kwam ter sprake. Pensioengerechtigde werknemers krijgen in 2013 een maand later recht op AOW, in 2014 weer een maand later en in 2015 nog eens een maand later. In 2016, 2017 en 2018 stijgt de AOW-leeftijd jaarlijks verder met twee maanden; daarna met drie maanden. In 2023 is de pensioengerechtigde leeftijd dan 67 jaar. Vanaf 2024 zal de AOW-leeftijd op gezette tijden worden aangepast aan de toekomstige ontwikkeling van de levensverwachting. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd draagt bij aan het verbeteren van de overheidsfinanciën, het verhogen van de arbeidsparticipatie van ouderen en een betere betaalbaarheid van pensioenen.
Verhoging onvermijdelijk
Volgens Minister Kamp is deze verhoging onvermijdelijk, omdat het aantal gepensioneerden blijft groeien en het feit dat Nederlanders steeds langer leven. In eerdere afspraken met de sociale partners was daarom afgesproken de pensioenleeftijd in één keer naar 66 jaar te verhogen in 2020. Toch besloten het kabinet en de Tweede Kamerfracties de verhoging geleidelijk in te voeren. Ook is het vrijwel zeker dat de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd na de verkiezingen niet teruggedraaid wordt.