Eerste Kamer akkoord met beëindigen VAR
De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA). Hierdoor vervalt de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) definitief per 1 mei 2016, maar uw organisatie heeft tot 1 mei 2017 om te wennen aan de nieuwe werkwijze.
Als uw organisatie met een opdrachtnemer, zoals een freelancer of zelfstandige zonder personeel (zzp’er) werkt, kan er onduidelijkheid zijn over de vraag of uw organisatie loonheffingen moet inhouden en afdragen. Tot en met 30 april 2016 zorgt de VAR (tools) voor zekerheid over de fiscale status van de inkomsten, maar deze verklaring leidde soms tot schijnzelfstandigheid. Per 1 mei 2016 maakt deze verklaring dan ook plaats voor de regels uit de wet DBA. Het gaat hierbij om een stelsel van goedgekeurde voorbeeldovereenkomsten (tool).
De ingediende motie werd verworpen
Bij een goedgekeurde overeenkomst hoeft uw organisatie geen loonheffingen in te houden en te betalen. Het is ook mogelijk om een zelfgemaakte overeenkomst door de fiscus te laten beoordelen. Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn daardoor beide verantwoordelijk voor de beoordeling van de arbeidsrelatie. D66 had tijdens de behandeling van de wet DBA in de Eerste Kamer op 26 januari nog een motie ingediend om de nieuwe werkwijze op te schorten tot het moment waarop alle onduidelijkheden voor het alternatief voor de VAR waren verdwenen. Deze motie is echter tijdens de stemming in de Eerste Kamer verworpen.