Drie ondernemingen één BTW-ondernemer?
De kans dat de Belastingdienst meerdere rechtspersonen die gezamenlijk een onderneming runnen, maar onder één naam naar buiten treden, als één BTW-ondernemer ziet is groot. In sommige gevallen kan de rechter oordelen dat alle rechtspersonen apart als BTW-ondernemer gezien moeten worden. Dit bleek uit een recent arrest van de Hoge Raad.
In deze zaak ging het om een bv die een nachtclub runde. De bv ging vervolgens een samenwerking aan met een maatschap die vertegenwoordigd werd door een stichting. Het gezamenlijke doel van de drie partijen was het runnen van een ‘relaxhuis’. Doordat het relaxhuis naar buiten optrad onder één naam en de klant maar één bedrag voor de entree van de nachtclub hoefde te betalen, oordeelde het Hof Amsterdam dat de drie partijen één BTW-ondernemer waren en dus maar één BTW-aangifte moesten indienen.
Het voeren van één naam maakt geen één BTW-ondernemer
De Hoge Raad was het niet eens met deze uitspraak. De Hoge Raad was van mening dat het voeren van één naam en het betalen van één bedrag voor de entree niet automatisch betekende dat de drie partijen één onderneming runden. Van belang was de vraag of de afnemers van de diensten een rechtsbetrekking waren aangegaan met alle drie de rechtspersonen of alleen met één van de rechtspersonen. De Hoge Raad oordeelde dat deze vraag onvoldoende beantwoord was tijdens de rechtszaak van Hof Amsterdam en verklaarde de uitspraak daarom ongegrond. De zaak is voor nader onderzoek doorverwezen naar een ander hof.
Hoge Raad, 11 april 2014, ECLI (verkort): 838
Stel gratis uw vragen
Heeft u vragen over bovenstaand onderwerp, dan kunt u deze als Premium-abonnee gratis stellen aan de experts van MKB Adviesdesk. U krijgt gegarandeerd antwoord binnen vijf werkdagen. Wacht niet langer en stel uw vraag!