Correctie lager dan € 1.000 mag mee in aangifte

Als een organisatie te weinig of te veel BTW heeft betaald in 2016, kan deze dit corrigeren door het doen van een suppletieaangifte. Maar als het bedrag lager is dan € 1.000 mag dit ook in de eerstvolgende reguliere BTW-aangifte meegenomen worden.

Heeft een organisatie ergens in de afgelopen vijf jaar te veel of te weinig BTW afgedragen, dan moet de BTW-aangifte gecorrigeerd worden door het sturen van een suppletieaangifte (tool).Hiervoor moet de organisatie verplicht het formulier ’Suppletie omzetbelasting’ (tool) van de Belastingdienst gebruiken. De fiscus stuurt daarna een teruggaafbeschikking, waarna de organisatie het bedrag krijgt overgemaakt of als er betaald moet worden, krijgt ze een naheffingsaanslag. Daarbij kunnen echter ook belastingrente en een boete om de hoek komen kijken.

Bedrag lager dan € 1.000 mag in reguliere aangifte

De belastingrente (tool) wordt voorkomen als de suppletieaangifte binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de fout is gemaakt, gedaan is. De verzuimboete bedraagt 5% van het BTW-bedrag dat de organisatie nog moet betalen. Als het bedrag echter lager is dan € 20.000 of minder dan 10% van het te betalen BTW-bedrag, volgt geen boete.
Is het te betalen of ontvangen BTW-bedrag lager dan € 1.000, dan mag de organisatie de correctie verwerken in de eerstvolgende reguliere BTW-aangifte. De fiscus neemt  de correcties dan mee in de reguliere aangifteprocedure.