Claim misgelopen vakantiedagen bij de Staat

Sinds begin dit jaar kunnen zieke werknemers die langer dan 6 maanden ziek zijn geweest, gemist vakantiegeld eisen van de Staat. Zieke werknemers bouwen namelijk sinds 1 januari 2012 evenveel vakantiedagen op als gezonde werknemers. Onlangs heeft een werknemer de Nederlandse Staat aansprakelijk gesteld, omdat hij volgens de oude wetgeving alleen vakantiedagen opbouwde over het laatste half jaar van zijn ziekte. De rechtbank in Den Haag stelde de werknemer in het gelijk. Deze uitspraak kan ook gevolgen hebben voor andere zieke werknemers die sinds 2006 zijn ontslagen na een periode van ziekteverzuim.

In 2007 raakte de werknemer arbeidsongeschikt, maar op dat moment gold nog de oude vakantiewetgeving. Hierdoor bouwde de werknemer alleen vakantiedagen op over het laatste half jaar van zijn arbeidsongeschiktheid. Met toestemming van het CWI beëindigde de werkgever in 2009 de arbeidsovereenkomst. De werknemer had in die twee jaar veertig wettelijke vakantiedagen opgebouwd, maar kreeg slechts 12,5 vakantiedagen uitbetaald. De werkgever had de wet gevolgd, maar daarin was de Europese richtlijn nog niet verwerkt. In deze richtlijn – die sinds augustus 2004 van kracht is – staat namelijk dat elke werknemer jaarlijks recht heeft op minimaal vier weken vakantie (bij een voltijd dienstverband) met behoud van loon.

Te laat aangepast

Het oordeel van de rechter luidde dan ook dat de Nederlandse Staat de vakantiewetgeving te laat had aangepast aan de Europese richtlijn. Nederland had deze richtlijn namelijk uiterlijk twee jaar nadat zij van kracht was, in 2006 dus, moeten verwerken in de wet. Naar aanleiding van deze uitspraak kunnen mogelijk ook andere werknemers die sinds 2006 na een periode van ziekteverzuim zijn ontslagen van de Nederlandse Staat eisen dat deze alsnog de resterende vakantiedagen uitbetaalt.

Pas in 2009 opheldering

Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is het er echter niet mee eens dat de Staat deze vakantiedagen alsnog zou moeten uitbetalen en gaat dan ook in hoger beroep. Volgens de minister zijn er sinds de invoering van de richtlijn veel interpretatieverschillen geweest. Pas in 2009 heeft het Europese Hof opheldering verschaft. Daarna kon Nederland pas aan de slag met de nieuwe vakantiewetgeving.
Kantonrechter Den Haag, 6 februari 2012, LJN: BV7318