BTW uit oninbare facturen vanaf 2017
De Belastingdienst heeft onlangs in een nieuwsbericht uiteengezet welke BTW-regelgeving in het boekjaar 2017 van toepassing is op oninbare facturen.
Per 1 januari 2017 moeten ondernemingen in het geval van een oninbare factuur (tool) de volgende stappen doorlopen:
- Er moet sprake zijn van een oninbare factuur (tool). Dit is een factuur die één jaar na afloop van de betalingstermijn nog niet is betaald.
- Als er geen betalingstermijn is aangegeven, geldt er een wettelijke termijn van dertig dagen.
- Voor de teruggaaf van BTW is geen verzoek nodig, dit komt in de BTW-aangifte.
- Is de factuur voor 1 januari 2017 oninbaar? In dit geval is er voor de BTW-teruggaaf een brief aan de Belastingdienst (tool) nodig.
Overgangsrecht voor oude oninbare facturen
Mocht de betalingstermijn al voor 1 januari 2017 zijn verstreken, dan is deze factuur per 1 januari 2018 oninbaar als deze oninbaarheid voor 1 januari 2017 niet is vastgesteld. Dit wordt alleen anders als de oninbaarheid in de loop van 2017 vast komt te staan. In dat geval ontstaat er op deze datum een recht op teruggaaf. Maakt uw onderneming gebruik van factoring (tool) en is uw debiteurenportefeuille dus overgedragen aan een factormaatschappij? Dan maakt deze maatschappij gebruik van de rechten die u heeft. De fiscus plaatst medio januari 2017 een formulier op internet. Dit formulier gebruikt een factormaatschappij voor het teruggaafverzoek bij oninbare vorderingen van factormaatschappijen.
Een schriftelijk stuk kan ook aan de factuurvereisten voldoen. Meer informatie hierover vindt u in het nieuwsartikel Rechtspraak: schriftelijk stuk is BTW-factuur.