Bezwaarmaker hoeft ziekte niet te voorspellen

Een laat ingediend bezwaarschrift kan niet zomaar als niet-ontvankelijk terzijde worden geschoven als u tegen het einde van de beroepstermijn ernstig ziek bent geworden. Dat heeft de Hoge Raad bepaald.

In deze zaak was een bezwaarmaker aan het einde van de termijn waarin hij een beroepschrift had moeten indienen, ernstig ziek geworden. Hierdoor was het beroepschrift te laat binnengekomen bij de Belastingdienst, waarop de inspecteur het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. De man stapte hierop naar de rechter, maar dit was tevergeefs. Die oordeelde namelijk dat de man niet had aangetoond dat hij gedurende de hele beroepstermijn (tool) van zes weken medisch niet in staat was om het beroepschrift in te dienen. Aan het begin van de beroepstermijn had hij nog een brief kunnen schrijven. Zijn ziekte aan het einde van de beroepstermijn was dus geen excuus voor een te late indiening van het beroepschrift.

Ziekte niet voorzienbaar

De Hoge Raad maakte hier echter korte metten mee. Volgens de Hoge Raad kan iemand niet voorzien dat hij tegen het einde van de beroepstermijn ernstig ziek wordt, waardoor hij  niet het gewenste beroepschrift kan indienen. De fiscus kan dus niet van een belastingplichtige verwachten dat hij om die reden eerder een beroepschrift instelt.
Hoge Raad, 18 november 2016, ECLI (verkort): 2599