AOW-leeftijd mogelijk naar 68 jaar in 2030
De AOW-leeftijd stijgt naar verwachting in 2030 naar 68 jaar. Volgens het regeerakkoord ligt de AOW-gerechtigde leeftijd in 2021 op 67 jaar, maar daarna wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt nu dat de levensverwachting toeneemt en dat de AOW-leeftijd na de geplande verhogingen weer moeten worden aangepast.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft berekend dat de AOW-leeftijd in 2030 op 68 jaar uitkomt en acht jaar later in 2038 op 69 jaar. In 2060 zou de AOW-leeftijd dan op 71 jaar en zes maanden liggen. De levensverwachting is echter onzeker. Daarnaast krimpt de potentiële beroepsbevolking de komende jaren met zo’n 50.000 personen. Door de verhoging van de pensioenleeftijd zal de potentiële beroepsbevolking echter weer toenemen. Dit soort wijzigingen heeft invloed op de AOW-leeftijd. Hoe de opbouw van de AOW-leeftijd er na 2021 uitziet, is dus nog even afwachten.
AOW-leeftijd aan levensverwachting gekoppeld
De vergrijzing in Nederland verhoogt het aantal en de duur van de uitkeringen en daarmee ook de kosten. De overheid verhoogt de AOW-leeftijd om de uitkeringen te kunnen bekostigen. In 2018 is de AOW-leeftijd 66 jaar, in 2021 67 jaar. Mogelijk stijgt de AOW-leeftijd nog verder vanwege de koppeling aan de levensverwachting. Hiermee wordt het voor u als arbo-professional dus nog belangrijker om duurzame inzetbaarheid van de werknemers op de agenda te zetten!