Algemeen pensioenfonds binnenkort realiteit
De Eerste Kamer heeft nog voor het kerstreces ingestemd met de Wet algemeen pensioenfonds en de novelle Wet Wijziging van de wet algemeen pensioenfonds. Hierdoor gaat dit veelbelovende alternatief voor huidige pensioenregelingen al per 2016 in.
Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had om een snelle behandeling van de Wet algemeen pensioenfonds en de bijbehorende wijzigingen verzocht, omdat de betrokken partijen graag met het algemeen pensioenfonds (APF) aan de slag willen. Hier hebben de politici gehoor aan gegeven. Vóór 1 februari 2016 stuurt staatssecretaris Klijnsma een planningsbrief naar de Tweede Kamer met daarin een planning voor alle pensioenonderwerpen. In deze brief gaat zij ook in op een nieuw wetsvoorstel dat de mogelijkheid om afgescheiden vermogens aan te houden bij een fusie van verplichte bedrijfstakpensioenfondsen behandelt.
DNB beslist over de collectieve waardeoverdracht
Het APF is een nieuw type pensioenfonds met een aantal voordelen. Met een pensioenregeling bij een APF kunnen werkgevers toch een pensioen toezeggen aan werknemers, zonder dat zij geconfronteerd worden met de hoge premies die verzekeraars nu in rekening brengen. De wetgeving biedt een APF daarnaast meer flexibiliteit om in te springen op veranderende beleggingsresultaten. Voor de oprichting van een APF is wel een vergunning nodig van De Nederlandsche Bank (DNB). De aanvraag van deze vergunning neemt drie maanden in beslag. Dit geldt ook voor de collectieve waardeoverdracht. Staatssecretaris Klijnsma heeft aangegeven dat het aan DNB is om al dan niet in te stemmen met de voorgenomen waardeoverdracht en de datum waarop deze overdracht (eventueel met terugwerkende kracht) kan plaatsvinden. Overigens zal de nieuwe regelgeving twee jaar na de inwerkingtreding worden geëvalueerd.
De BTW-behandeling is nog niet concreet
Hoe de BTW-behandeling van het beheer van de gemeenschappelijke beleggingsfondsen in verhouding tot bedrijfspensioenfondsen zal worden vormgegeven, is nog niet bekend. Voor 31 maart 2016 zal de advocaat-generaal van de Hoge Raad een conclusie nemen die in zal gaan op alle aspecten van de BTW-vrijstelling. Daarna zal de Hoge Raad zich uitspreken over dit onderwerp.