Vrijstellingen werkkostenregeling duidelijker
In principe vallen de inschrijvingskosten voor ieder register waar u niet onderuit komt om uw beroep te kunnen uitoefenen onder de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling (WKR). Dat is één van de punten die toenmalig demissionair minister De Jager van Financiën recent heeft verduidelijkt over het nieuwe systeem van vergoedingen en verstrekkingen.
Op de speciale Prinsjesdagpagina op de website van Rendement kon u al lezen dat kosten voor inschrijving in het beroepsregister onder de gerichte vrijstellingen vallen in de WKR. OP verzoek van onder meer het Register Belastingadviseurs (RB) en de Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten (SRA) heeft De Jager nu aangegeven om welke registers het hierbij precies gaat. Het criterium is dus dat de inschrijving vereist is om uw beroep uit te oefenen. Of deze verplichte registratie wettelijk is vastgelegd of een vereiste is van een beroepsgroep maakt hierbij niet uit.
Inspecteur moet ongebruikelijkheid bewijzen
Ook heeft De Jager uitsluitsel gegeven over het zogenoemde gebruikelijkheidscriterium dat in de WKR geldt. In principe is het volgens De Jager aan de inspecteur om aan te tonen dat bepaalde vergoedingen of verstrekkingen ongebruikelijk of buiten proportie zijn. Wel kan de inspecteur uw onderneming uiteraard vragen om deze vergoedingen en verstrekkingen toe te lichten.