Vragen en antwoorden over modelcontracten
De invoering van het stelsel van modelovereenkomsten, de vervanger van de Verklaring arbeidsrelaties (VAR), roept veel vragen op voor opdrachtnemers en opdrachtgevers. Recent heeft de Belastingdienst de belangrijkste vragen en antwoorden op een rij gezet.
Op 1 mei van dit jaar treedt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) in werking. Opdrachtnemers en opdrachtgevers mogen dan niet langer de VAR gebruiken, maar moeten gaan werken met door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomsten. In de praktijk blijken de gevolgen van dit nieuwe stelsel (tool) nog niet helemaal duidelijk. De Belastingdienst probeert die onduidelijkheid weg te nemen door de belangrijkste vragen te beantwoorden.
Minder administratieve rompslomp bij opdrachtnemer
In de antwoorden geeft de Belastingdienst vooral wat meer duidelijkheid over de gevolgen voor de opdrachtnemer. De nieuwe regeling moet volgens de fiscus zorgen voor meer helderheid en zekerheid bij zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer. Daarnaast zorgt de nieuwe regeling voor minder administratieve rompslomp bij de opdrachtnemer. De VAR moest namelijk elk jaar opnieuw worden aangevraagd. Daarnaast moest de opdrachtnemer de VAR bij elke opdracht opnieuw opsturen. Dat is bij de modelovereenkomsten niet nodig. Verder benadrukt de Belastingdienst dat het werken met een tussenpersoon niet meer zekerheid geeft.