Verzoek voor 1 mei om voorlopige aanslag VPB!
Om de betaling van belastingrente te voorkomen over winst die gemaakt is in 2016, is het slim om voor 1 mei 2017 om een (nadere) voorlopige aanslag 2016 te verzoeken. Zo wordt de betaling van 8% belastingrente voor de vennootschapsbelasting vermeden.
Een organisatie betaalt belastingrente (tool) als de aangifte over het voorgaande kalenderjaar niet binnen drie maanden na dat kalenderjaar is ingediend. Er hoeft voor de vennootschapsbelasting geen belastingrente te worden afgedragen als de organisatie vóór 1 mei volgend op dat belastingjaar om een voorlopige aanslag vraagt en de fiscus die, conform dit verzoek, oplegt. De teller voor het vaststellen van de belastingrente begint pas te lopen zes maanden na afloop van het belastingjaar. Voor de aangifte 2016 start de rentetermijn dus per 1 juli 2017. Deze termijn eindigt zes weken na de datum op de aanslag. De fiscus brengt geen belastingrente in rekening als er vóór 1 juli een aanslag is opgelegd. Duurt het opleggen van de aanslag langer dan drie maanden, dan is de rentetermijn beperkt tot 19 weken na ontvangst van de aangifte. Ook voor de inkomstenbelasting gelden dezelfde termijnen.
Voor BTW belastingrente bij naheffing
Bij aangiftebelastingen, zoals de BTW en de loonheffingen, komt de belastingrente alleen voor bij naheffingsaanslagen en bij te late betaling van de belasting. Bij een naheffingsaanslag is de rentetermijn de periode van 1 januari volgend op het belastingjaar tot 14 dagen na de dagtekening op de aanslag. Dient de organisatie binnen drie maanden na afloop van het jaar een suppletie (vrijwillige verbetering) in, dan berekent de fiscus geen belastingrente.