U bent hier

Onderneming & Fiscus
Verhalen beperkt afwaardering regresvordering

Verhalen beperkt afwaardering regresvordering

Mocht u hoofdelijk een krediet hebben afgesloten bij een bank voor de bedrijfsuitoefening van uw bv, dan kan de bank bij faillissement het gehele bedrag op u verhalen. In dat geval kunt u als er meerdere schuldenaren zijn echter slechts het bedrag afwaarderen dat u niet meer kunt verhalen op de andere schuldenaren. Dit bedrag is dan het verlies uit overige werkzaamheden. Dit blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad.

In deze zaak ging het om een directeur-grootaandeelhouder (dga) die 100% van de aandelen had in een holding-bv. Deze holding-bv bezat 70% van de aandelen in de werkmaatschappij. De overige aandelen waren in het bezit van een andere holding-bv, waarvan een andere dga 100% van de aandelen bezat. Aan deze dga’s en bv’s (vijf in totaal) was hoofdelijk een krediet verleend door de bank voor de bedrijfsuitoefening. De werkmaatschappij kreeg dit geld van de bank. Eind 2001 ging de werkmaatschappij echter failliet. De bank verhaalde het nog openstaande bedrag van € 358.917,20 op de dga en schreef een bedrag van € 7.212 af van de rekening van de dga. De dga trok dit hele bedrag van € 7.212 af als verlies uit overige werkzaamheden in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur was het hier niet mee eens en vond dat dit nog gedeeltelijk verhaalbaar was op de andere schuldenaren, zodat slechts een vijfde van het bedrag als verlies aftrekbaar zou zijn.

Geen verhaal bij failliete maatschappij

De Hoge Raad moest er uiteindelijk aan te pas komen om te bepalen welk bedrag aftrekbaar was als verlies uit overige werkzaamheden. Volgens de Hoge Raad was het slechts mogelijk om de regresvordering af te waarderen als de overige schuldenaren geen verhaal meer konden bieden. De failliete werkmaatschappij kon geen verhaal meer bieden, maar de andere schuldenaren nog wel. De dga kon dus slechts een vierde van het betaalde bedrag van € 7.212 als verlies uit overige werkzaamheden in aftrek brengen. Het restant van € 5.409 moest de dga verhalen op de overige schuldenaren.
Hoge Raad, 8 juli 2011, LJN: BO0389