Vastgestelde heffingsrente is definitief
Als de inspecteur eenmaal de heffingsrente op een aanslag heeft vastgesteld, kan hij deze achteraf niet meer verhogen. De wet biedt daar namelijk geen ruimte voor. Gerechtshof Amsterdam bevestigde recent een uitspraak van Rechtbank Haarlem hierover.
De onderneming waar de rechtszaak om draaide ontving over de jaren 1998 tot en met 2000 een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen van ongeveer fl 2 miljoen. Daarbovenop was door een administratieve fout bij de Belastingdienst slechts fl 149 in rekening gebracht aan heffingsrente. Twee maanden later lag er weer een blauwe envelop in de brievenbus van de onderneming waarin een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen zat. Via deze aanslag wilde de inspecteur de administratieve fout rechtzetten en alsnog de fl 284.000 aan te weinig in rekening gebrachte heffingsrente innen. De onderneming maakte tevergeefs bezwaar en daarom moest de rechter eraan te pas komen.
Procedures moesten gelijk lopen
In de rechtszaal haalde de inspecteur aan dat voor een beschikking heffingsrente dezelfde regels van toepassing waren als voor de aanslag waarover de heffingsrente wordt berekend. Dat hield volgens hem in dat een beschikking heffingsrente ook op dezelfde manier gecorrigeerd moest kunnen worden als een belastingaanslag. De rechter wees dit echter van de hand. Volgens hem was de regeling die de inspecteur aanhaalde alleen bedoeld om de procedures gelijk aan elkaar te laten lopen. Omdat de inspecteur verder geen argumenten had vernietigde de rechter de tweede naheffingsaanslag.
Gerechtshof Amsterdam, 9 september 2010, LJN: BN7121