Rechtspersoon is niet aansprakelijk voor VPB
De Belastingdienst kan u als voormalig aandeelhouder aansprakelijk stellen voor de vennootschapsbelasting als het niet-betalen van deze belasting het gevolg is van het leeghalen van de bv. Uit een recente uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat de fiscus echter dan alleen een natuurlijk persoon aansprakelijk kan stellen en niet een rechtspersoon.
In deze zaak had bv B alle aandelen in bv A. Bv A was in het bezit van een pand en verkocht dat pand op 5 maart 2007 voor een bedrag van € 2.600.000. Door deze verkoop behaalde bv A een boekwinst van € 973.227 en voegde dat bedrag toe aan de herinvesteringsreserve. Op 31 juli 2007 verkocht bv B haar aandelen in bv A. Bv A diende over 2007 geen aangifte vennootschapsbelasting in. De fiscus legde uiteindelijk een ambtshalve aanslag op naar een belastbaar bedrag van € 1.200.000. De bv ging naar de rechter om de aanslag aan te vechten, maar de rechter verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat de griffierechten niet waren betaald. Toen de betaling van de aanslag uitbleef, stelde de fiscus bv B aansprakelijk voor de niet-betaalde vennootschapsbelasting.
Geen bepaling over verbonden lichamen
Bv B vond de aansprakelijkstelling niet terecht. Het gerechtshof was het eens met de bv, omdat artikel 40 Invorderingswet niet bedoeld was om een rechtspersoon aansprakelijk te stellen. In het artikel wordt gesproken over ‘degene’ en dat sloeg volgens de rechter op een natuurlijk persoon. De wetgever had namelijk wel een bepaling over een verbonden lichaam opgenomen, als hij het artikel wilde uitbreiden voor rechtspersonen. Dat was hier niet het geval, dus kon de bv volgens het gerechtshof niet aansprakelijk worden gesteld.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18 november 2014, ECLI (verkort): 8846