'Prijslenen' ondermijnt concurrentie bij aanbestedingen
Het zogeheten 'prijslenen' bij aanbestedingen verstoort de concurrentie, zo heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bepaald in een recente zaak. Maar er moet wel duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen prijslenen en ernstigere vormen van concurrentievervalsing. Het CBb verlaagde daarom de opgelegde boetes.
Prijslenen, of ‘cover pricing’, komt voor bij aanbestedingen, aldus toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM). Dat heeft ermee te maken dat sommige ondernemingen geen trek hebben in het project, maar wél in beeld willen blijven bij de opdrachtgever. Ze krijgen in het geniep dan de prijs te horen van een concurrent die het project wel graag wil doen, en gaan daar bij hun inschrijving iets boven zitten. Zo krijgt de prijslener het project dus niet, maar heeft hij wel weer zijn neus laten zien.
Strijdig met kartelverbod Mededingingswet
In deze zaak had de waakhond ACM boetes opgelegd aan twee sloopbedrijven vanwege prijslenen. De zaak kwam terecht bij het CBb, dat moest oordelen of prijslenen een zogenoemde ‘gedraging met mededingingsbeperkende strekking’. Want dan is het in strijd met het kartelverbod in de Mededingingswet.
Volgens de ondernemingen viel het met de gevolgen voor de concurrentie in het algemeen wel mee. Prijslenen vindt plaats tussen twee partijen, terwijl er meer ondernemingen meededen aan de aanbesteding. Dat maakt het iets totaal anders dan ‘bid rigging’, waarbij alle deelnemers aan een aanbesteding aanschuiven voor overleg over hun inschrijvingsprijs.
Zware overtreding van mededingingsregels
Het CBb kwam tot de conclusie dat prijslenen wel degelijk een beperking van de concurrentie is. Want in plaats van dat deelnemers zelfstandig een afweging maken of ze willen meedoen aan een aanbesteding, baseren zij hun strategie nu op wat de concurrent doet. Daarnaast geeft het de opdrachtgever ook een verkeerd beeld van de markt, aldus het CBb. Die krijgt een offerte van een bedrijf dat de aanbesteding helemaal niet wil winnen.
Wel verlaagde het CBb de boetes voor de ondernemingen. Want hoewel prijslenen de concurrentie verstoort, is het lang niet zo erg als vormen ‘bid rigging’ die veel verder gaan. In plaats van een ‘zeer zware’ overtreding, bestempelde het CBb dit gedrag daarom als een ‘zware’ overtreding.
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 12 oktober 2017, ECLI (verkort): 325