Overdracht onderneming kan dure grap worden
Door een wijziging van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) kan de overdracht van een onderneming flink duurder uitpakken dan gepland. In plaats van de verschuldigde 3,4% met toepassing van de BOF kan het gaan voorkomen dat een overnemer die de BOF niet mag toepassen maximaal 40% moet aftikken.
Op Prinsjesdag is bekend geworden dat het niet meer mogelijk is om gebruik te maken van de BOF (tool) als iemand een kleiner direct of indirect belang heeft van 5%. Hiermee heeft het kabinet de nadelige gevolgen van een arrest van de Hoge Raad gerepareerd. In dit arrest legde de Hoge Raad de BOF ruimer uit dan de bedoeling van de wetgever was. Deze wetswijziging heeft terugwerkende kracht gekregen tot en met 1 juli 2016 00.00 uur.
Flinke fiscale consequenties voor familiebedrijven
Deze aanpassing heeft flinke fiscale consequenties voor (familie)bedrijven met een groot aantal aandeelhouders die ook nog in andere ondernemingen deelnemen waardoor hun belang onder de 5% komt te liggen. Zij moeten dan bij de vererving of schenking van de bv belasting gaan betalen waarbij het percentage kan oplopen tot 40% in plaats van 3,4% (bij toepassing van BOF).
Ondernemingsvermogen losgelaten in wetsvoorstel
Vanuit belastingadviseurskringen is ook nog aangegeven dat de etikettering van het vermogen als ondernemingsvermogen in het wetsvoorstel is losgelaten als criterium voor de BOF en dat dit ook niet de bedoeling is. Daarnaast is er ook sprake van een ongelijke behandeling. Voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen, blijft de BOF namelijk wel gelden als zij een kleiner belang dan 5% hebben.