Oogmerktoets voor deelnemingsvrijstelling
Om voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling in aanmerking te komen moet er vanaf nu aan de oogmerktoets worden voldaan. U moet hierbij kijken of de deelneming niet als belegging wordt gehouden.
In 2007, 2008 en 2009 werd de eventuele toepassing van de deelnemingsvrijstelling nog beoordeeld aan de hand van de bezittingen- en onderworpenheidstoets. Bij de bezittingentoets werd gekeken of de bezittingen van de dochter niet voor meer dan de helft uit beleggingen bestonden. De onderworpenheidstoets moest uitwijzen of de dochter was onderworpen aan een winstbelasting van 10% of meer. Werd niet aan de toets(en) voldaan dan kwam de moeder niet in aanmerking voor de deelnemingsvrijstelling.
Er is een uitweg!
Bij de oogmerktoets moet het dus gaan om een deelneming in een actieve onderneming. De bezittingen- en onderworpenheidstoets worden echter nog wel als uitwegen gebruikt als niet aan de oogmerktoets wordt voldaan.