Nederlandse exporteurs moeten langer op hun geld wachten
Nederlandse ondernemingen die exporteren naar het buitenland moeten steeds langer wachten op betaling van hun uitstaande facturen. De betalingsachterstanden door buitenlandse afnemers stegen van gemiddeld 12 dagen in 2017 tot 17 dagen in 2018.
Toch slagen Nederlandse leveranciers er net als hun collega's in Duitsland er het beste in zakelijke facturen snel betaald te krijgen. Beide landen scoren hierbij boven het Europees gemiddelde. Dat blijkt uit de Betalingsbarometer voor West-Europa van kredietverzekeraar Atradius onder 2.770 ondernemingen in 13 landen.
DSO met 5 dagen toegenomen
De gemiddelde betalingsduur waar Nederlandse ondernemingen mee te maken hebben is mede daardoor gestegen tot 42 dagen. Verder is de DSO (Days Sales Outstanding) toegenomen van 41 dagen in 2017 naar 46 dagen in 2018: de grootste stijging in Europa. Een langere betalingsduur kan een negatieve invloed hebben op de liquiditeit van een bedrijf. 43,6% van Nederlandse ondernemingen zegt dan ook dat zij last hebben van achterstallige betalingen door zakelijke klanten. Van deze groep ziet 14,9% zich gedwongen aanvullende financiering te regelen of een rekening-courantkrediet aan te vragen (14,4%).
Betalingsachterstand bij buitenlandse klanten toegenomen
Het aantal Nederlandse ondernemingen dat te maken heeft met te late betalingen door zakelijke klanten is wel gedaald: van 92,5% in 2017 naar 87,4% in 2018. Betalingsachterstanden kwamen vaker voor bij binnenlandse dan buitenlandse klanten. De betalingsachterstanden van klanten in het binnenland bleven stabiel en bedroegen gemiddeld 15 dagen. Het gemiddeld aantal dagen dat vorderingen (tool) bij buitenlandse afnemers (tool) openstonden, is gestegen van 12 naar 17 dagen.
Onvoldoende financiƫle middelen, geschillen over kwaliteit van levering
Binnenlandse betalingsachterstanden kwamen bij ruim een derde van de ondernemingen vooral voor vanwege onvoldoende financiƫle middelen. Dat is veel minder dan de 52,8% in 2017. Bovendien is dit ruim beneden het Europese gemiddelde (47,3%). Ruim 3 op de 10 bedrijven noemden complexe betalingsprocedures als belangrijkste oorzaak. Dat is een sterke stijging ten opzichte van de 18,9% van vorig jaar. De belangrijkste reden voor betalingsachterstanden van buitenlandse handelspartners waren geschillen over de kwaliteit van goederen en diensten (30,2%): bijna een verdubbeling ten opzichte van 2017 (17,2%).