Mogelijk meer tijd voor onderhands akkoord bij dreigend faillissement
Er komt waarschijnlijk een afkoelingsperiode bij de afwikkeling van het faillissement van een onderneming. Zo krijgt ze meer tijd om een onderhands akkoord met een crediteur te sluiten. Dit is gunstig voor de positie van kleinere schuldeisers. Dat betekent ook dat banken, die zich vaak hebben ingedekt met onderpanden, langer op hun geld zullen moeten wachten.
De minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker, heeft een nieuwe wet aangekondigd die voorziet in schuldsanering van een onderneming in nood. Doel van de wet is om faillissementen zo veel mogelijk te voorkomen, doordat ondernemingen afspraken maken met hun schuldeisers in plaats van dat de crediteuren een faillissement (tool) aanvragen. Banken zijn ook gebonden aan deze afspraken.
Onderhands akkoord kan faillissement voorkomen
Met de nieuwe wet in de hand geeft de rechtbank goedkeuring aan een onderhands akkoord tussen de onderneming en haar crediteuren. Doordat de schulden opnieuw gestructureerd worden kan een faillissement voorkomen worden. Zo kunnen de partijen afspreken dat de schuldeisers hun lening omzetten in aandelen in de onderneming. De overeenkomst geldt dan voor alle betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Ook banken die niet met het akkoord instemmen, zijn eraan gebonden.
Adempauze zet banken in de wacht
De minister heeft als antwoord op Kamervragen over de wet aangegeven dat hij openstaat voor een afkoelingsperiode bij een onderhands akkoord. De onderneming krijgt daarmee een adempauze om eerst een onderhandse regeling met haar crediteuren (tool) te treffen. Banken kunnen in dat geval hun onderpand niet bij de schuldenaar weghalen en te gelde maken. Dit moet de positie van (kleinere) schuldeisers verbeteren. Nu is het meestal de bank die door het afspreken van allerlei zekerheden aan het langste eind trekt, terwijl andere schuldeisers met lege handen achterblijven. De rechtbank zal uiteindelijk over een afkoelingsperiode moeten beslissen.
Schuldeiser kan een sterke positie opbouwen
Voor schuldeisers zijn er evengoed mogelijkheden om een sterke positie op te bouwen. Zo kunnen leveranciers een eigendomsvoorbehoud (tool) bedingen voor geleverde, nog niet betaalde producten. Ze kunnen die producten dan terughalen in het geval van een bankroet. Ook kunnen ze zich beroepen op het zogenoemde retentierecht. Verder kunnen mkb-ondernemingen een verzekering (tool) afsluiten tegen het risico van een faillissement van hun klanten.