Lenteakkoord gooit reiskosten op zijn kop
Eén van de meest ingrijpende maatregelen uit het Lenteakkoord is de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding en de wijziging in het woon-werkverkeer voor mensen met een leaseauto of bestelauto. Dit heeft grote gevolgen voor u en uw onderneming. Op bepaalde punten is recent nog meer duidelijk geworden door het verschijnen van de exacte tekst uit het Lenteakkoord.
In het akkoord is opgenomen dat het per 1 januari 2013 niet langer mogelijk is om een onbelaste reiskostenvergoeding te geven aan uw werknemers. Dit geldt niet alleen voor de onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 bij een auto of fiets, maar ook voor de vergoeding voor de kosten van het openbaar vervoer. Maakt u al gebruik van de werkkostenregeling of stapt u over op de werkkostenregeling (WKR) dan kunt u deze vergoeding nog wel onderbrengen in de vrije ruimte. De vrije ruimte bedraagt nu 1,4% van de totale fiscale loonsom, in 2013 stijgt dit naar 1,6% en in 2014 stijgt die waarschijnlijk naar 2,1%. Komen de totale vergoedingen en verstrekkingen boven deze grens van de vrije ruimte, dan moet u een eindheffing van 80% betalen.
Zakelijke reizen
In 2013 kunt u nog wel een onbelaste vergoeding geven voor zakelijk reizen. Dit geldt ook voor de vergoeding van vervoersbewijzen voor de zakelijke reizen met het openbaar vervoer. Dit is echter nog slechts tijdelijk, want op 1 januari 2014 vervalt deze gerichte vrijstelling. U kunt de vergoeding voor zakelijke reizen dan nog wel rekenen tot de vrije ruimte van de WKR. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor de verstrekking van een dienstreis, zoals bijvoorbeeld een treinkaartje dat de werknemer van u krijgt. Dit kaartje kunt u ook onderbrengen in de vrije ruimte, maar mag u op nihil waarderen. Deze verstrekking blijft hierdoor onbelast.
Ter beschikking gestelde auto
Ook voor de ter beschikking gestelde auto aan een werknemer gaat er veel veranderen. Voor de auto van de zaak of de bestelauto gelden vanaf 1 januari 2013 de woon-werkkilometers niet langer als zakelijke kilometers maar als privékilometers. In tegenstelling tot eerdere berichten lijkt het erop dat een bijtelling nog wel te voorkomen is als u vijfhonderd privékilometers of minder met de auto van de zaak maakt. U of uw werknemers zullen echter wel meer privékilometers maken doordat de woon-werkverkeerkilometers meetellen. Bij het beoordelen van een mogelijke bijtelling zult u deze kilometers mee moeten nemen. Hierdoor komen u en uw werknemers sneller aan het maximum van vijfhonderd privékilometers, zodat een bijtelling moeilijker te vermijden is. Er komt echter nog wel een overgangsregeling voor bestaande gevallen. Het is alleen op dit moment nog niet duidelijk hoe deze eruit gaat zien.