Kleine lettertjes: gemengde kosten vragen aandacht
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB), maar ook een onderneming die belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (VPB) is, mag niet alle kosten in aftrek brengen bij het bepalen van de winst. Sommige kosten leveren namelijk ook een privévoordeel op. Dit zijn de zogenoemde gemengde kosten.
In de Wet op de inkomstenbelasting, artikel 3.15, zijn de gemengde kosten opgenomen, die niet volledig aftrekbaar zijn voor een IB-ondernemer en VPB-onderneming. Het gaat daarbij om de volgende kosten:
- kosten van voedsel, drank en genotmiddelen;
- representatiekosten, waaronder recepties en feesten;
- kosten van congressen, seminars, symposia, excursies en studiereizen.
Gemengde kosten inkomstenbelasting
Een ondernemer voor de IB mag deze gemengde kosten tot een bedrag van € 4.500 niet in aftrek brengen in de IB. Heeft hij meer gemengde kosten, dan is aftrek dus wel mogelijk. Stel dat een ondernemer in 2018 in totaal € 8.000 aan gemengde kosten heeft gemaakt. De eerste € 4.500 van deze kosten mag hij niet in aftrek brengen. Aftrek is dus alleen toegestaan voor het restant van € 3.500 (€ 8.000 -/- € 4.500). De ondernemer kan echter ook gebruikmaken van een alternatief en standaard 80% van de gemengde kosten in aftrek brengen. Dit moet hij in de aangifte aangeven.
Loonsom voor de vennootschapsbelasting
Ook de bv kan ervoor kiezen een vast bedrag van € 4.500 niet in aftrek te brengen, of 0,4% van de loonsom van de bv als dit hoger is (artikel 10 van de Wet op de VPB). Indien dus de totale loonsom vermenigvuldigd met 0,4% hoger is dan € 4.500, is de drempel gelijk aan dat bedrag. De bv kan ook standaard 73,5% (lager dus dan de IB-ondernemer) van de gemengde kosten in aftrek brengen.