Hogere boete onvolledige rittenadministratie
Om een bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak te voorkomen, kan de werknemer een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. De werknemer moet dan wel bewijzen dat er met de auto niet meer dan vijfhonderd privékilometers is gereden. Blijkt de verklaring onterecht afgegeven te zijn, dan kan de Belastingdienst de hogere vergrijpboete in plaats van een verzuimboete opleggen. Het is echter wel aan de inspecteur om deze hogere boete te onderbouwen.
Blijft de bijtelling voor het privégebruik van de auto onterecht achterwege of is er sprake van een onjuiste of onvolledige rittenadministratie, dan kan uw werknemer te maken krijgen met een verzuim- of vergrijpboete. De Belastingdienst kan een verzuimboete van € 4.222 (80% van de maximale boete van € 5.278) aan de werknemer opleggen als u onterecht geen rekening heeft gehouden met een bijtelling. Bij een onjuiste rittenadministratie kan die boete oplopen tot € 5.278. Het is zelfs mogelijk dat de inspecteur een vergrijpboete oplegt bij grove schuld of opzet.
Inspecteur moet boete onderbouwen
Bij grove schuld bedraagt die vergrijpboete 40% over het ten onrechte achterwege gelaten bedrag aan bijtelling. Bij opzet loopt de vergrijpboete op tot 80%. Gaat het om een onjuiste of onvolledige rittenadministratie, dan kan de fiscus zelfs een vergrijpboete van 100% opleggen. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vond dit boetebeleid veel te willekeurig en legde slechts een vergrijpboete op van 25%. Staatssecretaris Wiebes houdt echter vast aan zijn beleid, maar hij heeft het boetebeleid via een ministeriële regeling wel aangepast. De inspecteur moet in het vervolg namelijk wel onderzoeken of de zaak ernstig genoeg is om een hogere boete op te leggen. Vraag de inspecteur dus om de hoogte van de boete te onderbouwen. Bij onvoldoende onderbouwing kan de rechter in uw situatie wellicht een lagere boete op zijn plaats vinden.